Moedertaal in NT2

Welkom

 

Welkom op de website van ‘Moedertaal in het onderwijs Nederlands als Tweede Taal’ (MoedINT2). U kunt de webapp hier vinden. Komt u er niet uit, of werkt de webapp niet? Lees dan hier hoe u de app kunt gebruiken.

Wilt u op de hoogte gehouden wordende laatste ontwikkelingen? Schrijft u zich dan hier in voor de nieuwsbrief over MoedINT2.

Als je Nederlands leert als tweede taal, krijg je onderwijs over allerlei moeilijke eigenschappen van het Nederlands: het verschil tussen ‘de’ en ‘het’, bijvoorbeeld, of het gebruik van het woordje ‘er’. Dit zijn aspecten die moeilijk zijn voor íedereen die Nederlands leert, maar afhankelijk van je moedertaal zul je ook nog andere problemen tegenkomen. In het Turks bestaat er bijvoorbeeld geen verschil tussen ‘hij’ en ‘zij’. Het is dan lastig als je dat verschil in het Nederlands wel moet maken. Het Russisch heeft weer geen lidwoorden, dus moet je als moedertaalspreker van het Russisch eerst leren wat dat zijn voordat je ze in het Nederlands goed kunt gebruiken.

Uit de praktijk blijkt dat docenten NT2 het vaak lastig vinden om met moedertaalspecifieke problemen om te gaan. Ze weten niet van iedere taal wat de verschillen met het Nederlands zijn, laat staan dat ze oefeningen paraat hebben om juist met die verschillen te oefenen.

Aan de andere kant zijn er ook overeenkomsten tussen het Nederlands en andere talen. In zowel het Nederlands als het Spaans, bijvoorbeeld, wordt een onderscheid gemaakt tussen bepaalde en onbepaalde lidwoorden. Docenten die kennis hebben van zulke overeenkomsten, kunnen hier gebruik van maken in hun NT2-lessen. Ze weten van tevoren waar ze minder tijd aan hoeven te besteden, en kunnen hun cursisten vertellen over de overeenkomsten tussen het Nederlands en hun moedertaal.

Daarom hebben taalkundigen van de Universiteit Utrecht samen met onderwijsdeskundigen en ICT-experts een webapp ontwikkeld die NT2-docenten in staat stelt te anticiperen op moedertaalspecifieke kansen en problemen. In de app vinden ze overzichten van cruciale verschillen en overeenkomsten tussen het Nederlands en een aantal veel voorkomende eerste talen, met oefeningen erbij.

Op de webapp zijn tot nu toe verschillen te vinden tussen het Nederlands en acht andere talen, waaronder het Syrisch-Arabisch, het Tigrinya, het Russisch en het Turks. Daarnaast worden op dit moment ook teksten ontwikkeld over de verschillen tussen het Nederlands en onder andere het Engels, het Duits, en het Frans. We hopen deze teksten zo snel mogelijk toe te kunnen voegen aan de webapp.

Bovendien wordt er gewerkt aan equivalenten van de app voor docenten die geen Nederlands maar Frans of Engels als tweede/vreemde taal onderwijzen. In deze versies van de app worden overzichten gegeven van de verschillen en overeenkomsten tussen diverse moedertalen en het Frans of respectievelijk Engels. Dit deel van het project is mogelijk dankzij financiering uit het VENI-project (nr. 275-80-006) van dr. Bert le Bruyn.

Heeft u vragen, suggesties of feedback? Laat het ons weten door te mailen naar Sterre Leufkens (s.c.leufkens[at]uu.nl).

Bent u op zoek naar meer informatie over MoedINT2? Klik dan hier om een artikel te lezen uit het tijdschrift LES over het project. En klik hier voor een artikel uit het tijdschrift Onze Taal, geschreven door Irene de Pous.